'Kan dat? Dat je verliefd bent op je baan?' vroeg ik me deze week publiekelijk af op Twitter. Want het begint er toch verdacht veel op te lijken; spanning in de ochtend wanneer ik me afvraag of ik een sms-je krijg. Vlinders in mijn buik bij het binnenlopen van een onbekende klas. De hele dag door de gedachte van wat-zullen-ze-van-me-vinden en het steeds weer ontdekken van bijzondere karaktertrekken.
Maar laat ik openhartig beginnen met het blootleggen van de liefdesperikelen. Want ook deze liefde kan behoorlijk onstuimig zijn! Want met een nieuwe klas komen zo'n 25 kinderen met eigen gedragscodes die ik me elke keer eigen wil maken. En dat betekent aandachtig zijn. De hele dag. Elke dag. Welke woorden gebruiken ze hier, hoe krijg ik de kinderen stil, waar liggen de grenzen van de leerkracht. En oja, ook belangrijk, waar liggen de mijne?
Mijn grondregel is: zonder gemopper de dag doorkomen. En ja, dat lukt me. Het gaat heus niet vanzelf en gemakkelijk. Maar het gaat! En dat veroorzaakt heel wat vlinders in mijn buik. In plaats van mopperen bekijk ik wat er wel goed gaat. En dat benoem ik. Soms hele kleine dingen. Want hoe heerlijk is het voor een kind dat die kleine dingen ook eens gezien worden? Dus daarom zet ik iedere dag in gedachten een roze bril op. Ik kan het je aanraden, je wereld wordt er prachtig van.
En zoals altijd in de liefde heb ik de afgelopen vijf weken al ontzettend veel geleerd. Zo'n 260 namen van kinderen, tientallen collega's met bijkomende passies en al die uiteenlopende leermethodes op vijf verschillende scholen maar vooral veel over mezelf. Namelijk dat kwetsbaar opstellen juist sterker maakt. Ik probeer zoveel mogelijk open te staan voor wat de kinderen me spiegelen. Of wat collega's me vertellen. En dat is nog maar het topje van de ijsberg.
Dus ja. Ik ben verliefd. Tot over mijn oren. En nou maar hopen dat mijn baan ook op mij is.